Ecoloog Karin Albers over het belang van wilde bijen voor biodiversiteit

12 mei 2023

In de Green Talk serie van Mobilane zijn experts aan het woord. Deze keer het woord aan drs. Karin Albers, een bevlogen en deskundig ecoloog met een enorme passie en kennis van natuur en biodiversiteit. Ze vertelt over het belang van de wilde bij voor biodiversiteit.

Waarom wilde bijen in nood zijn

Insecten zijn een heel belangrijk onderdeel van de biodiversiteit. Ze zijn van levensbelang voor een gezond ecosysteem. Het zijn bestuivers van zowel wilde planten als voedselgewassen en ze worden zelf door veel andere dieren gegeten. Helaas dalen insectenpopulaties in een alarmerend tempo. Verschillende studies melden een verlies in insecten biomassa van 70 tot 80% in Europa in de laatste 3 decennia. Vooral de wilde bijen hebben het zwaar en dat komt voornamelijk door afname van het aantal en de variatie in bloeiende, inheemse planten. In het rapport dat de basis vormde voor een onderzoek naar de afname van bijen staat: “De bedreigingen van de Nederlandse bijenfauna hangen voor een belangrijk deel samen met de intensieve landbouw, die sinds halverwege de 20e eeuw het Nederlandse landschap ingrijpend heeft veranderd. Vermesting, bloemarmoede, verdroging en gebruik van bestrijdingsmiddelen hebben de grootste negatieve invloed.”*

Een andere reden voor de afname van het aantal bijen is het gebrek aan nestelplekken. Meer dan 70% van alle bijensoorten nestelt in de grond. In het zand worden gangetjes gegraven, of ze maken gebruik van bestaande holletjes in de grond. Tuinen vol tegels of met strakke, felgroene gazons bieden geen beschutting voor deze grondnestelende bijen.

Ongeveer 20% van de wilde bijensoorten nestelt bovengronds. Dode takken en oude boomstammen en -stronken bieden nestelplek aan deze bijen. Maar deze worden vaak opgeruimd en bermen worden gemaaid, waardoor ook deze bijen geen nestelplek of voedselplek kunnen vinden.

Biodiversiteit is diversiteit

Steden vormen een ecosysteem op zich. Weinigen zijn zich daarvan bewust. De natuur heeft alle leefgebieden hard nodig, dus natuurrijk groen en natuurinclusief bouwen moet de norm worden. Ecologisch gezien maakt horizontaal of verticaal groen niet uit, als het maar een aanvulling van de natuur in het gebouwde gebied is. Dit moet idealiter zo natuurlijk mogelijk. Groen moet daarom meer zijn dan alleen groen, het moet zoveel mogelijk natuur uit eigen gebied zijn. Inheemse planten worden echter vaak minder mooi bevonden en daar zit ook een probleem. Mensen willen het liefst kleurrijke, exotische bloemen en planten om zich heen.
Onder de bijen zijn er generalisten en specialisten. Sommige soorten verzamelen stuifmeel van elke bloem die ze tegenkomen, andere zijn kieskeurig en lusten uitsluitend stuifmeel van één soort. Daarnaast zijn sommige planten meer geschikt voor honingbijen terwijl andere planten belangrijk zijn voor diverse wilde (solitaire) bijen soorten.
Belangrijk voor zowel wilde- als honingbijen is dat er een grote variatie is van verschillende planten en daardoor verschillende soorten stuifmeel. Veel van de oorspronkelijke lokale flora wordt vervangen door homogene opportunistische soorten die overal gedijen. Voor insecten is een klein leefgebied genoeg. Groene daken en groene gevels hebben een enorm potentieel oppervlakte waar qua natuur nog veel te bereiken is.

Biodiversiteit in stedelijke gebieden

Biodiversiteit is van levensbelang. Het gaat niet alleen om zoveel mogelijk soorten binnen een gebied, de genetische variatie binnen een zelfde soort is ook belangrijk. Het is de functie van soorten binnen een ecosysteem en de variatie daarbinnen. Dieren eten elkaar en verzorgen elkaar en ook planten zijn niet alleen voeding en beschutting maar maken ook onderdeel uit van de grote keten. Zonder biodiversiteit is er geen leven op aarde meer mogelijk. Eenvoudig gezegd zorgt biodiversiteit voor schone lucht, drinkwater, voedsel, een vruchtbare bodem en de bestuiving van gewassen.
Er zijn te weinig natuurgebieden in Nederland, daarom is het zo belangrijk om de biodiversiteit in stedelijke gebieden te stimuleren. Er is becijferd dat het nog verder laten verdwijnen van insecten enorme risico’s met zich mee brengt. Dat gaat miljarden kosten. Hoe meer organisaties bijdragen aan herstel, hoe sneller het gaat, want er is op veel vlakken winst te behalen. Alleen natuurinsclusief bouwen en leven kan de natuurwaarden redden. Instandhouding van huidige natuurgebieden is niet voldoende, er moet meer natuur bij. Stedelijke gebieden zijn zulke nieuwe plekken vol potentie. Dieren passen zich snel aan, zo zal een muur bijvoorbeeld worden gezien als rotswand en een groen dak kan als weide worden gezien. Dit zie je al bij zwaluwen, die denken dat ze in grotten wonen, omdat onze muren in steden en dorpen daarop lijken. Ook bijen kunnen prima in onze tuinen en op onze daken wonen als we ze daar de gelegenheid toe geven.

Tips om de bijen te helpen

Om de bijen in onze omgeving te helpen zijn er een aantal dingen om zelf doen:

– Zorg voor zoveel mogelijk inheemse beplanting. Leer de minder exotische planten ook te waarderen
– Aanleggen van gevels en groene daken op huizen of schuren
– Plaatsen van bijenhotels aan beschutte muren op het zuiden
– Let op, nestkasten voor vogels en vleermuiskasten moeten juist niet op het zuiden, voor hen wordt het te heet
– Bij het plaatsen van een bijenhotel hoort ook het zorgen voor een goed buffet. Plant zowel bloemen voor vroege als voor late soorten. Longkruid is bijvoorbeeld een vroeg bloeiende plant die
zeer geliefd is bij bijen
– Wilg en eik zijn de belangrijkste bomen voor insecten plant deze als daar ruimte voor is
– Behoud een zo natuurlijk mogelijke en levende bodem in de tuin en pas de inrichting en soortkeuze aan de bodem aan, in plaats van de bodem aan de soorten
– Zorg voor structuurvariatie in de directe leefomgeving. Creëer bijvoorbeeld open zandplekken of maak ruimte voor dood hout en takkenrillen, stenen of schelpen. Dit kan ook prima op een     plat dak
– Laat dode takken en gemaaid gras of gevallen bladeren liggen tot de eerste voorjaarszon tevoorschijn komt. Alle insecten die daar overwinterd hebben, komen met de lentezon uit hun schuilplaats
– Kijk voor meer informatie op www.bestuivers.nl

drs. Karin Albers

Karin Albers heeft ruim 20 jaar ervaring met het opzetten en uitbouwen van het ecologisch adviesbureau Ecologica en educatief natuurplatform Naturio. Ecologische kennis delen is haar passie. Zij heeft aan tal van projecten gewerkt op het gebied van inrichting, beheer, monitoring, plan- en beleidsvorming. Haar brede kennis en ervaring in de landschapsecologie is zowel gericht op flora als op fauna en ze is thuis in zowel de stadsnatuur als in de ‘donkergroene’ natuur. Ook het ‘Symposium Ecologie en de Praktijk’ waar steeds ruim 300 vakmensen samenkomen, heeft ze jarenlang met veel enthousiasme georganiseerd. Karin is zelf docent en zoekt de samenwerking met specialisten om specifieke cursusonderwerpen aan te bieden. Naast het geven van cursussen heeft Karin ook veel ervaring als spreker, presentator en dagvoorzitter.

 

 

Karin Albers

*Bron: Basisrapport voor de Rode Lijst bijen (2018), te downloaden op http://www.bestuivers.nl/publicaties