1926 – Oprichting ‘Darthuizer Boomkweekerij’ Leersum
Op 19 augustus 1926 start Piet Hasselman zijn lang gewenste boomkwekerij. Na een fusie, een bedrijfsverhuizing naar De Bilt en uiteindelijk een faillissement, keert Piet in 1935 terug naar Leersum en begint daar weer opnieuw. Dit keer werkt hij samen met Louis Ilsink, wat een erg goede match bleek. De fundering van het bedrijf dat uiteindelijk zal uitgroeien tot de Darthuizer Groep, werd hiermee gelegd.
De naam van de onderneming werd met de terugkeer van Hasselman naar Leersum in 1936 veranderd in ‘Darthuizer Boomkwekerijen’. Piet Hasselman had naast zijn andere bezigheden op deeltijdbasis de functie aanvaard van adviseur van het gemeentebestuur van Den Bosch, wat betreft de plantsoenen en straatbeplanting. In 1935 raakt hij in gesprek met Anne Geert Groenewegen en ze besluiten samen leiding te geven aan de kwekerij in Leersum. Anne Groenewegen wordt dan directeur en mede-eigenaar van het bedrijf.
Boomkwekerij, Tuinarchitectuur en Zaadhandel
Hasselman had vele interesses en startte rond die tijd een praktijk als tuinarchitect. Door zelfstudie en een natuurlijke aanleg had hij zodanige kwaliteiten ontwikkeld dat hij een mooie reputatie op dat gebied had weten op te bouwen. Dit resulteerde in verzoeken van verschillende vooraanstaande families uit de regio. Hij vestigde toen een bureau voor tuinarchitectuur met tekentafels e.d. in een houten schuur op het terrein van de kwekerij. Ook is er rond 1940/42 een begin gemaakt met een zaadhandel. Zo bouwde Hasselman het bedrijf in de loop der jaren uit tot een multifunctioneel bedrijf, bestaande uit een boomkwekerij, een bureau voor tuinarchitectuur en een zaadhandel. In 1945 wordt onder zijn initiatief de ‘Stichting Vakblad voor de Boomkwekerij’ opgericht. Van het vakblad ‘De Boomkwekerij, tijdschrift voor boomkwekerij en vasteplantencultuur’ werd hij vervolgens hoofdredacteur.
Een ‘gentlemen’s agreement’
Omdat Hasselman steeds meer tijd ging besteden aan zijn bureau voor tuinarchitectuur, dat hij inmiddels naar Den Bosch had verhuisd, kon hij alleen in de weekenden aandacht besteden aan de Darthuizer kwekerij in Leersum. Dat was onvoldoende en mede hierdoor verliep de samenwerking tussen Hasselman en Groenewegen niet altijd even soepel. Ook kon het bedrijf hierdoor niet tot ontplooiing komen en stond de ontwikkeling stil. Dit leidde ertoe dat beide heren hun samenwerking besloten te beëindigen.
Dit ging nog volgens een ‘gentlemen’s agreement’. Ze kwamen overeen dat een van beiden zou gaan emigreren naar Canada. Wie dit moest worden werd bepaald door het opgooien van een muntstuk en de keuze te maken tussen kop of munt. Hasselman en Groenewegen gebruikten hiervoor een gouden tientje uit 1925. Na de loting bleek dat Piet Hasselman het lot ‘emigreren’ had getroffen. Hij hield zich aan de afspraak en is in 1949 met zijn vrouw en twee zoons naar Canada geëmigreerd.
Partnerschap Louis Karel Jacobus Ilsink
Nadat P. Hasselman in 1949 het bedrijf verlaten had en naar Canada was vertrokken, had Goenewegen, die zelf niet echt groene vingers had, een andere partner nodig. Louis Ilsink, een vroegere mede-scholier uit Boskoop, werd door Groenewegen gevraagd om te komen werken bij de boomkwekerij in Leersum en compagnon te worden. Hiermee start de Ilsink dynastie. De familie die al drie generaties aan het roer staat van het toonaangevende bedrijf in groenvoorziening, dat al zoveel ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Na afloop van zijn studie in 1935, kwam Ilsink, de grootvader van de huidige directeur, in dienst van de Handelskwekerij Quatre Bras te Eefde. Na verloop van tijd werd hij daar Technisch Directeur. Hier heeft hij uiteindelijk 15 jaar gewerkt en veel ervaring opgedaan. Zijn ambitie was echter om ergens in het oosten van het land zelf een handelskwekerij te beginnen. Dit kwam Groenewegen ter ore en hij heeft hem toen gevraagd om te komen werken bij de boomkwekerij in Leersum. Bij hun eerste gesprek vroeg Groenewegen aan Ilsink: ‘Hoeveel geld breng je mee?’ Het antwoord van Ilsink was: ‘Mijn handen’. Per 1 januari 1951 is Ilsink gaan werken op de Darthuizer Boomkwekerijen, dat toen 7 hectare grond besloeg.
Samenwerking Groenewegen en Ilsink
De samenwerking met Groenewegen was zeer goed en dit bleef zo tot diens pensionering in 1975. Groenewegen was de technicus en in hun onderlinge taakverdeling was hij degene die oplossingen zocht en vond voor dagelijkse problemen op de kwekerij in de technische- en organisatorische sfeer. Ook de commerciële ontwikkeling behoorde primair tot zijn takenpakket. Hij ging er graag op uit om gemeentebesturen en plantsoendiensten te bezoeken. Zo kon hij nieuwe klanten werven en de producten van de Darthuizer kwekerij verkopen.
Ilsink was in de eerste plaats de inhoudelijke, professionele man. De boomkweker. Zijn interesse, en daardoor ook zijn grote deskundigheid, lagen op het gebied van de kweekmethoden. Door studie en door te experimenteren met nieuwe methoden, vergrootte en verbreedde hij zijn vakbekwaamheid. Hij werd dan ook in de loop der jaren in de kringen van de dendrologen (boomkundigen) een gezaghebbend persoon. Ilsink maakte vele jaren deel uit van de redactie van het blad ‘Groen’, waarin hij ook vele artikelen over zijn vakgebied schreef. Sommige van deze artikelen deden binnen het vak veel stof opwaaien, omdat er nieuwe methoden in werden voorgesteld waarop de, in het algemeen traditioneel ingestelde boomkwekerswereld, dan veelal sceptisch reageerde.